De jongens hadden handenarbeid, de meisjes handwerken.
Zo werd dat genoemd. Volgens mij betekent het allebei hetzelfde.
Het betekende toen zoiets als: de jongens kregen les van de meester. Ze mochten knutselen met hun handen, echt van die jongensdingen maken.
De meisjes kregen les van twee vrouwen, die veel van handwerken hielden. Geen juffrouwen, maar moeders of gewoon de buurvrouw van school. Bezig zijn met van die meidendingen.
Later kom ik bij jou op kraamvisite, zei de ene vrouw. En dan heb jij deze prachtig geborduurde omslagdoek waarin jouw baby ligt.
Later, dacht ik. Later… wie zegt mij dat ik een baby krijg?
Ik gaf deze aan mijn moeder. Zij kon hem goed gebruiken. Mijn drie zusjes droegen de geborduurde tekens met eer om hun kleine hoofdjes. Ik wist immers niet of dat later ook voor mij zou komen?
Dat later kwam… zo ongedacht, zo onverwacht. Nooit had iemand mij toen kunnen vertellen dat ik de mooiste en dierbaarste geschenken in deze doek zou dragen.
Al is er een Geschenk, veel mooier, veel groter. Als je Dat mag ontvangen, ben je de gelukkigste mens op aarde.
Reactie plaatsen
Reacties